
WITHOUT DATA YOU'RE JUST ANOTHER PERSON WITH AN OPINION
19
TRAININGSJAREN
15493
TRAININGEN
1256
ATLETEN
STATISTIEK
Statistiek is de wetenschap en de techniek van het verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren van gegevens. Ik heb de afgelopen jaren statistische methoden gebruikt om grote hoeveelheden gegevens om te zetten in kennis en daarmee bruikbare informatie – hiermee heb ik kunnen vaststellen welke oefeningen bijdragen aan het verbeteren van de vaardigheden functionele kracht en snelheid.
De principes van de statistiek komen uit de regels van de wiskunde en de wetten van de logica voort. Statistiek duidt er op dat de gemeten gegevens voor een belangrijke deel door toeval zijn ontstaan. Toeval en onzekerheid worden binnen deze theorie met behulp van de kansrekening gemodelleerd. Verschillende sportorganisaties waaronder voornamelijk veel betaald voetbalorganisaties begeven zich op het terrein van data verzamelen maar het ontbreekt naar mijn inziens bij het op de juiste wijze van het omzetten van deze gegevens naar bruikbare informatie – zij gebruiken vaak de data om te vergelijken en te beoordelen én niet om te betreffende sporter te verbeteren.
Wat je als opleider niet kan verbeteren moet je ook niet beoordelen
Snelheid wordt bij veel spelsportorganisaties gemeten middels een sprinttest, om vervolgens te beoordelen of een sporter sneller of langzamer is dan de beoogde tijd die is vastgesteld. Los van de vraag of deze metingen volgens de wetten van statistiek zijn gehouden – vind ik het vooral bij jonge sporters pedagogisch onverantwoord om als opleiding een aspect te beoordelen zonder het vermogen dit te verbeteren. Sporters krijgen namelijk vaak een label snel of langzaam ‘opgeplakt’ zonder specifieke aandachtspunten – een plan van aanpak ontbreekt. Beiden labels zijn daarbij veels te breed – als je bekend bent met mijn methode ‘functionele snelheid’ weet je dat er verschillende vormen zijn van snelheid. Het meten en daarmee het wel of niet bezitten van (fysieke) snelheid op een recht stuk – waarbij je op je eigen commando mag weg starten – is voor een spelsporter niet het belangrijkste aspect. Maar als je deze sprinttest uitbreid naar verschillende afstanden en ook de andere aspecten van functionele snelheid gaat meten zie je het verband tussen deze resultaten, mits je het vermogen hebt een goede bewegingsanalyse te maken. De informatie die hieruit voortvloeit kan dan worden omgezet naar specifieke aandachtspunten en daarmee oefeningen waarmee de sporter aan de slag kan. Hiermee geef je bij een meting een sporter geen probleem mee maar een oplossing – een plan aanpak met specifieke oefeningen.
DE BELANGRIJKSTE VORM VAN SNELHEID VOOR EEN SPELSPORTER IS HANDELINGSSNELHEID
Spelsporten zijn echter van origine (snelle) denksporten waarbij de fysieke aspecten van het lichaam de creativiteit tot uitvoering moeten brengen; kijken, denken en doen.

DE BELANGRIJKSTE VORM VAN SNELHEID VOOR EEN SPELSPORTER IS HANDELINGSSNELHEID
Spelsporten zijn echter van origine (snelle) denksporten waarbij de fysieke aspecten van het lichaam de creativiteit tot uitvoering moeten brengen; kijken, denken en doen.
DE BELANGRIJKSTE VORM VAN SNELHEID VOOR EEN SPELSPORTER IS HANDELINGSSNELHEID
Spelsporten zijn echter van origine (snelle) denksporten waarbij de fysieke aspecten van het lichaam de creativiteit tot uitvoering moeten brengen; kijken, denken en doen.


DE BELANGRIJKSTE VORM VAN SNELHEID VOOR EEN SPELSPORTER IS HANDELINGSSNELHEID
Spelsporten zijn echter van origine (snelle) denksporten waarbij de fysieke aspecten van het lichaam de creativiteit tot uitvoering moeten brengen; kijken, denken en doen.
DE BELANGRIJKSTE VORM VAN SNELHEID VOOR EEN SPELSPORTER IS HANDELINGSSNELHEID
Spelsporten zijn echter van origine (snelle) denksporten waarbij de fysieke aspecten van het lichaam de creativiteit tot uitvoering moeten brengen; kijken, denken en doen.

